Besluit brandveiligheid gebruik bouwwerken stelt eenduidige regels

De Tweede Kamer heeft eind januari 2008 ingestemd met het Gebruiksbesluit Brandveilige Bouwwerken. Dit besluit is nu ter beoordeling aan de Raad van State aangeboden en het ligt in de bedoeling dat minister Vogelaar het Besluit nog dit jaar gaat invoeren. Kernpunt van het Gebruiksbesluit is dat de eisen voor de brandveiligheid van gebouwen in heel Nederland worden gelijkgetrokken.

Tijdens het Liftinstituutcongres ‘brandveiligheid van gebouwen’ op 6 november 2007 gaf Harry Boschloo van het ministerie van VROM al een toelichting op dit Gebruiksbesluit en de gevolgen daarvan.

Geen overbodige luxe

Uit de Brandveiligheid- en Beveiligingsmonitor van BouwKennis blijkt namelijk dat gelijktrek-king van de brandveiligheidsvoorschriften geen overbodige luxe is. Maar liefst vier van de vijf E-installateurs geeft namelijk aan dat de brandveiligheidsvoorschriften per gemeente sterk verschillen. Op grond van de Woningwet moeten gemeenten in hun bouwverordening voor-schriften geven over het brandveilig gebruik van bouwwerken. VROM wil die voorschriften nu landelijk met het Gebruiksbesluit gelijk trekken. In het nieuwe besluit komt voor de meeste gebruikers van een nieuw gebouw slechts een meldingsplicht. De gemeente of de brandweer kan nog steeds wél controleren of aan de eisen voor de brandveiligheid is voldaan. Een gebruiksvergunning is echter alleen nog nodig voor onder andere kinderdagverblijven met meer dan tien kinderen, basisscholen, grote hotels en tehuizen.

Eenduidigheid maar ook uitbreiding

Het doel van het Gebruiksbesluit (landelijke uniformering) staat niet ter discussie. De beperking van het aantal vergunningsplichtige gevallen evenmin. Niet iedereen is echter blij met de extra eisen die worden gesteld aan brandmeld- en ontruimingsalarmeringsinstallaties. Deze door de VNG sinds 1995 in haar model-bouwverordening ondergebrachte aanvullende eisen zijn namelijk in het Gebruiksbesluit 1-op-1 overgenomen, waardoor de voorschriften nu soms strenger zijn dan in het verleden.

Verschillen goed merkbaar

Uit de eerder genoemde monitor blijkt ook dat er momenteel grote verschillen zijn per gemeente waar het de brandveiligheidsvoorschriften betreft. Vooral installateurs lopen in de praktijk vaak tegen de verschillende regels aan. Van hen is bijna 80% het eens met de stelling “Brandveiligheidvoorschriften verschillen sterk per gemeente”. Dezelfde stelling is ook voorgelegd aan aannemers . Door deze aannemers wordt het verschil in brandveiligheids-voorschriften per gemeente minder vaak genoemd. Toch is ook onder hen bijna 60% het eens met deze stelling.

Certificering positief

Verder blijkt dat bijna de helft (45%) van de E-installateurs de normering en certificering moeilijk te interpreteren vindt. Ondanks deze moeilijkheidsgraad, zijn zij wél doordrongen van het belang van deze onderdelen. Zo geeft driekwart van hen aan dat certificering een positief effect heeft op de kwaliteit van installaties.

Kritische kanttekeningen Tweede Kamer

Gezien de regeldruk die de bouwsector nog altijd parten speelt, is uniformiteit op het gebied van brandveiligheid gewenst. Uiteraard moet de veiligheid van gebouwen hierbij gewaarborgd blijven. Tijdens het debat in de Tweede Kamer over het Gebruiksbesluit werden op dit gebied dan ook enkele kritische kanttekeningen geplaatst. De Kamerfracties drongen bijvoorbeeld aan op betere inspectie van (onder meer) de brandveiligheid van studentenhuizen en zorggebouwen. Ook zijn er twijfels geuit over de uitgangspunten voor de huidige regels op het gebied van brandveiligheid. Temeer omdat onderzoek uitwijst dat menselijk gedrag bij brand vaak afwijkt van eerdere veronderstellingen.