Liftinstituut reikt eerste energielabel voor liften uit aan KONE

Toenmalig algemeen directeur Douqué van Liftinstituut reikte in 2009 het eerste Energie Prestatie Certificaat in Nederland voor liften uit aan Wim Koster van KONE Nederland B.V. Het betreft een door KONE geïnstalleerde MonoSpace 2.6 personenlift van Woningstichting woCom te Helmond.

Douqué feliciteerde KONE met het behalen van dit certificaat met het mooie erbij behorende energielabel. Hij maakte melding van de groeiende aandacht voor duurzaamheid binnen de liftindustrie. “Daarbij zijn trendsetters nodig en wij zijn er trots op om aan zo’n trendsetter dit certificaat uit te mogen reiken.” Koster gaf aan erg blij te zijn met het behalen van dit certificaat met hieraan gekoppeld het zuinige energielabel B. “Dit certificaat toont dat de aandacht van KONE voor duurzaamheid beloond wordt.” Ook algemeen directeur Edwin Delsing van woningstichting woCom die onder andere in Helmond actief is, geeft aan trots te zijn op dit energielabel. “Duurzaamheid staat hoog in het vaandel bij woCom. Zeker bij nieuwbouwprojecten hebben we oog voor milieuvriendelijke materialen en technische toepassingen. De energiezuinige lift die nu het label heeft gekregen staat in nieuwbouwproject Haeghesteyn, dat onderdeel uitmaakt van herstructureringswijk Helmond West. Het mooie is dat de provincie Noord-Brabant en de gemeente Helmond samen met woCom extra investeren in energiebesparing in deze wijk. Dit lift-certificaat is dus een mooie opsteker. “

Normering

De energiemeting en classificatie van de lift is door Liftinstituut uitgevoerd op basis van de recent beschikbaar gekomen norm VDI 4707. De norm geeft overigens niet aan hoe een lift energiezuiniger gemaakt kan worden, maar ‘alleen’ op welke wijze gemeten dient te worden. Zo moet bijvoorbeeld tijdens ‘normaal bedrijf’, maar ook in de ‘stand by’ modus gemeten worden. Verder wordt vermeld hoe – op basis van de meetresultaten – het bijbehorende energielabel berekend moet worden.

Wijze van energiemeting

Het is niet zo dat liften zó vanuit de fabriek een bepaald energielabel krijgen. Energie meting is pas zinvol na installatie van de lift. Het resultaat is namelijk mede afhankelijk van de bouwkundige omgeving en de wijze van installatie en de aard van het gebruik van de lift. In de praktijk wordt na de installatie van de lift het verbruik gemeten in de zogenaamde standby-modus en ook tijdens een op- en neerwaartse rit, waarbij de deuren eenmaal open en dicht gaan. Dit energieverbruik, gerelateerd aan opvoerhoogte en toelaatbare belasting, resulteert in een referentiewaarde. Die vertaalt zich op haar beurt weer naar een energielabel.

Eerste reacties

De uitreiking vond plaats tijdens de jaarlijkse haringparty van KONE. De reacties op deze door Liftinstituut gepresenteerde energie label voor liften waren zeer positief. Projectontwikkelaar Ruud Kerstens van LSI project investment bijvoorbeeld gaf aan dat er geen gebouw meer ontwikkeld wordt dat niet ‘groen’ is. Daar passen groene liften bij. Wat daarbij speelt is dat het ‘groene’ karakter sterk de aandacht heeft van de financierende banken. Voor gebouwen met een EPC (energieprestatiecoëfficient) van 0.75 zijn er gunstige financieringsvoorwaarden.