Ventilatie in schachten van liften, de feiten

Ventilatie van liftinstallaties is verplicht volgens het Bouwbesluit. Maar welke ventilatieopening in de schacht is nu nodig bij een gewone lift en welke bij een brandweerlift? Dit artikel geeft meer duidelijkheid hierover. [geplaatst: oktober 2018]

Onze informatiebron is Willem Kasteleijn, productmanager Liften bij Liftinstituut. Hij gaat eerst met ons in op gewone liften en daarna op brandweerliften. “De regelgeving is daarbij namelijk heel anders.’’

GEWONE LIFTEN – EEN TERUGBLIK

Hij vertelt dat de versie van de norm EN 81-1/-2 uit 1986 al een ventilatieopening van 1% van de horizontale schachtdoorsnede in gewone liften voorschreef. “Zo’n opening was dus verplicht. De behoefte tot deze opening kwam destijds vooral voort uit de zuidelijke Europese landen. Maar in de koudere Europese landen vond men de opening eigenlijk te groot. Ook speelde mee dat men hinder ondervond van de schoorsteenwerking van de liftschacht, waardoor er veel trek ontstond en soms zelfs de interne klimaatregeling in het gebouw werd verstoord.”

GEWONE LIFTEN – HUIDIGE SITUATIE

Het bovengenoemde commentaar leidde tot een aanpassing van de eis voor schachtventilatie in de norm NEN-EN 81-20. Kasteleijn: “Sindsdien is schachtventilatie niet meer door de norm voorgeschreven. Voor de noodzaak van ventilatie van de liftschacht verwijst de norm naar nationale bouwregelgeving, in Nederland dus het Bouwbesluit. Bij oudere liften, waarbij al een ventilatieopening van 1% is aangebracht op basis van de toen geldende voorschriften, kan formeel niet van deze maat worden afgeweken. Maar toch bestaat er ook voor deze liften volgens Kasteleijn geen enkel risico om dit los te laten, mits voldaan blijft aan de wettelijke eisen volgens het Bouwbesluit. Het gaat bij schachtventilatie om een losstaande, enkelvoudige eis in de norm. Aanpassing hiervan leidt dus niet tot gevolgen voor andere punten uit de norm en heeft hier dus geen effect op.’’

BRANDWEERLIFTEN – EEN TERUGBLIK

In de eerste versie van de norm EN 81-1/-2 uit 1986 was voor brandweerliften een ventilatieopening van 2,5% van de horizontale schachtdoorsnede beschreven. Dit was vermeld in de bijlage Z4 ‘brandweerliften’ bij de norm. Kasteleijn: “Dit was een nationale aanvulling op de Europese norm. Deze bijlage is destijds ontwikkeld door de eigen nationale normcommissie, in aanvulling op deze Europese norm. Het ging hierbij om een nationale eis, gebaseerd op de toen geldende visie op brandveiligheid van liften. Te weten: rook afvoeren door voldoende ventilatieopeningen. Men ging er daarbij vanuit dat er in het geval van een brand voldoende luchtverversing in de liftschacht moest zijn, om te voorkomen dat er veel rook in zou komen, waardoor het transport van personen door de liftschacht in gevaar zou komen.’’

BRANDWEERLIFTEN – DE HUIDIGE SITUATIE

In 2003 werd de geharmoniseerde norm EN 81-72 voor brandweerliften gepubliceerd. Deze norm is in 2015 geactualiseerd en officieel van kracht sinds 1 september 2017. Kasteleijn: “Deze norm geeft evenals de versie van 2003 geen eisen aan schachtventilatie in brandweerliften. Dat lijkt misschien vreemd, maar eigenlijk is het heel logisch. De norm EN 81-72 gaat er namelijk vanuit dat de brandweerlift brandvrij is gelegen in een gebouw. Dat betekent dat om de liftschacht en alle onderdelen daarvan een bouwkundige schil zit, die voorkomt dat er brand of overmatige rook in de lift kan komen. Zo’n brandweerlift moet ten minste even brandbestendig zijn als de brandbestendigheid van het gebouw. De norm gaat ervan uit dat de lift kan blijven functioneren bij brand, rook en water gedurende de beschikbaarheidstijd. Ventilatie in de schacht is bij brandweerliften die na 1998 zijn geïnstalleerd, dus helemaal niet meer nodig. Maar’’, benadrukt hij, “bij brandweerliften van vóór die tijd, die dus nog onder de oude norm EN 81-1/2 en bijlage Z4 vallen, geldt nog steeds wél de eis van een ventilatieopening van 2,5%. En ook dat is logisch, want toen werden er veel minder strikte eisen gesteld aan de brandwerendheid van zo’n lift.’’

NATIONALE REGELGEVING

Duidelijk, zou je zeggen. Maar er zit toch nog een addertje onder het gras. Er is namelijk nog steeds sprake van nationale regelgeving voor brandweerliften, al bestaat bijlage Z4 niet meer. Deze regelgeving staat vermeld in het Bouwbesluit. De eisen volgens het Bouwbesluit zijn verplicht. Kasteleijn: “In afdeling 3.12 van dit Besluit staat namelijk een niet-afsluitbare voorziening voor ventilatie van de liftschacht voorgeschreven met een volgens NEN 1087 bepaalde capaciteit van minimaal 3,2 dm³/s per m² vloeroppervlak van de schacht.”

“De volgens het Bouwbesluit voorgeschreven niet afsluitbare ventilatieopening is voor een duurzaam gebouwontwerp natuurlijk een doorn in het oog van hedendaagse gebouwontwerpers. Gelukkig is er een oplossing! Het Bouwbesluit kent in artikel 1.3 de zogenaamde Gelijkwaardigheidsbepaling. Op basis hiervan kan worden afgeweken van de eisen van het Bouwbesluit. Bij een beroep op gelijkwaardigheid moet ten overstaan van het bevoegd gezag worden aangetoond dat het bouwwerk of het gebruik daarvan ten minste eenzelfde mate van veiligheid, bescherming van de gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid of milieu biedt als is beoogd met het betrokken voorschrift. Van daaruit kunnen bijvoorbeeld automatisch gestuurde ventilatieopeningen worden toegepast die de benodigde ventilatie beperken op de behoefte en die zichzelf bij brand openen.”

“Liftinstituut heeft geen formele bevoegdheid om op het Bouwbesluit te toetsen en we nemen deze eisen ook niet mee in onze keuringen. Toetsing aan het Bouwbesluit ligt immers bij de gemeenten.”